Geert Lovink on Mon, 20 Jan 1997 15:04:30 +0200


[Date Prev] [Date Next] [Thread Prev] [Thread Next] [Date Index] [Thread Index]

nettime-nl: interview met G-Force


=======================================
Fragmenten van een Radiotheorie, deel 1
=======================================

Interview met G-Force Radio
Door Geert Lovink

Al sedert jaar en dag zijn op Radio Patapoe (97.2 FM in Amsterdamse
vrije ether) de auto-reverse tapes van G-Force te beluisteren. Deze
cassettes gaan er op woensdagavond laat in en lopen de hele donderdag
door, tot er iemand de studio inkomt of het cassettedeck afspringt. G-
Force ("De kracht van de zachte G") komt uit Eindhoven en is de
radiotak van het Instituut voor Betaalbare Waanzin (I.B.W.). Hieronder
een gesprek met Dick en Haroun, de makers van G-Force.

GL: Jullie werken met veel verschillende media, maar waarom radio? Hoe
zijn jullie daartoe gekomen?

GF: Film en video zijn tijdsgebonden, georganiseerde kunstvormen met
een begin en een eind, in tegenstelling tot bijvoorbeeld grafiek. Het
maken van de geluidsmontage voor een film was altijd plezierig, in
tegenstelling tot video (het u-matic tijdperk), waarbij je blij mag
zijn dat de klikken eruit zijn gehaald, terwijl je bij film tenminste 8
geluidsporen tot je beschikking hebt. Radio interesseerde me voorheen
nooit omdat ik zelf niet naar radio kan luisteren terwijl ik iets
anders doe. Radio neemt me in beslag, het is een gezaghebbend medium en
vervuiling wanneer je er niet naar luistert.
Het manipuleren van loops, nog voordat de sample-technologie bestond,
vond ik mooi om te doen. Stukken van 8 sekonde uit een zeikerige solo
nemen en er dan drie minuten van maken, daar kan je geweldige scenes
mee draaien. Het produceren van een koopvideo is een traag procede.
Kwajongens uit het radio-circuit die onze videos zagen, meenden dat
radio hetzelfde deed. Volgens de theorie van de beste corrupte DJ, 'U
vraagt, wij draaien', hebben wij deze uitdaging aangenomen.

Ik had al ervaring opgedaan tijdens het maken van een VPRO-radio
programma over mijn jeugd in het buitenland, de muziek die ik al die
landen heb meegemaakt en de misverstanden die daaruit voortkwamen. De
concentratie in de studio vond ik fascinerend: hoe killer, hoe viezer
het tl-licht, hoe lullig ook het gaatjesboord, toch kon je de
intimiteit vasthouden die de stem geeft. Er hangt zo'n vies, verchroomd
dingetje voor je mond en dat is de microfoon: beter dan biechten, het
lucht nog meer op! Het verbaaste me toendertijd hoeveel mensen dat
programma hadden gehoord. Bij TV wordt de balans nog diezelfde avond
opgemaakt en wordt er daarna niet meer over geluld, terwijl een
radioprogramma iemand meedraagt als bagage.

GL: Hoe klonk G-Force in het begin? Jullie zijn nooit DJs geweest die
zomaar wat plaatjes draaien. Het gaat toch vooral  om het showkarakter
van audio-experimenten?

GF: In het begin dachten we er ons wel goedkoop vanaf te maken door een
lange sessie op 8 sporen op te nemen en dat materiaal een aantal
maanden achtereen uit te zenden. Maar al werkend met een paar goedkope
desks kwamen we erachter hoe fraai het is om personages te creeren, de
fiktie, de intensiteit in je stem te zetten, met de klemtoon en de
dictie en de timing, het onderbreken en benadrukken van muziekstukken,
dat is zo'n mooie choreografie van gegevens. Ondanks de puinhoop van
de snoeren blijft het produkt vrij zuiver, op de ruis na. Je laat je
werkstuk zien maar het materiaal waarmee je gewerkt hebt komt niet aan
de orde. Bij live-radio is het gereedschap aanwezig, terwijl mensen
het toch niet kunnen zien.
We hebben geen enkel respekt voor de muziek die we draaien, of het nou
uit Paraguay komt of verbasterde techno is. We maken het zelden mee dat
we een plaat uitdraaien. De lompe variant van het in- en uitfaden is al
mooi genoeg. De charme bestaat eruit dat je je kunt voorstellen dat er
mensen achter knoppen zitten, ontspoorde congierges of bewakers die er
een pervers genoegen in hebben, aan knoppen te draaien en waarbij je
live meemaakt dat er af en toe mooie dingen uit ontstaan. Het proces
van uitzoeken en uitproberen is hoorbaar, we zetten de recorders nooit
af, het gaat continu door.
Het lijkt net alsof er een scenario is, maar dat is niet zo. Al na twee
minuten weet je dat je op het juiste spoor zit. Prachtig is het wanneer
je vastloopt. Er ontstaat dan een stilte, waarmee je nog net kan
werken. Even voel het gevaar aankomen van de weg af te schieten, zoals
de race-coureur wiens banden een beetje van de weg loskomen. Even gas
terugnemen en dan kom je weer door die bocht heen, je verliest even
controle en dan beheers je hem weer, net als een paard dat stijgert.
Daar spelen we mee omdat we niks voorbereiden en toch aan fiktie willen
doen.

GL: Kun je wat voorbeelden geven van wat er te horen is bij G-Force?

GF: Wekelijks maken we dus vanuit Eindhoven een twee-uur durende
automatic reverse tape die van 's avonds laat tot het eind van de
middag wordt uitgezonden op de Amsterdamse Radio Patapoe, 14 uur
achter elkaar, vol continu. Een prachtige gelegenheid om gruwelijk veel
over ons op te scheppen en een scheldkanonade te houden op het hippe
Amsterdam. In het begin lazen we bijvoorbeeld een hoofdstuk uit Borges
in het Spaans voor, met een letterlijke, simultane vertaling die de
nadruk legde op het platte Argentijnse aan dat Spaans. Of 'Joan', een
denkbeeldig persoon. Zodra de recorder aangaat begint het met de vraag:
Wat is het? Een kind. Hoe Oud? Tien. Wat voor geslacht? Een meisje. Hoe
heet ze? Joan. En zo dat gaat een uur lang zo door. Hoe reageert ze als
een dode vogel op straat ziet, neemt ze die mee naar huis, begraaft ze
die, trapt ze er tegenaan? En zo heb je aan het eind een kompleet
personage voor een script. Prostitutie was ook een onderwerp, proberen
over te komen als goede hoerenkenners. We lazen gewoon een
vrouwenstudies-onderzoek voor alsof we daar zelf verstand van hadden.

'Automatic Borrel' is een parodie op Kraftwerk, een geslaagde term voor
de Nederlandse cultuur van genot en luxe. We deden een live-programma
tijdens een optreden van Annie Sprinkle of 'Het Leven als Voorbeeld',
waarbij de muzikale ontwikkeling van een gemiddeld, banaal persoon
gevolgd wordt, van de kinderkamer tot het bejaardenhuis. We hebben een
hele serie over Brazilie gemaakt, met goudzoekers, bordeelmuziek en
sjamanen. Goldsinger zit dan in Manao in een restaurant en hangt een
klein kontaktmicrofoontje aan de stoel van een stel Spanjaarden die een
stel Braziliaanse meiden aan het versieren zijn. Ethnisch en
sociologisch een interessant programma omdat je de meiden in het begin
geforceerd hoerig hoort giebelen en het op den duur extatisch en sexy
wordt door de drank, die ontwikkeling mag je dan live meemaken.
Daarnaast is een bezoek van Zionlogisch (Haroun) aan Rio de Janeiro
gefaked. Je zit met de kaart van Rio op je schoot en houdt mensen voor
de gek terwijl je toch waarheden vertelt. Verder scannen we
autotelefoons. Dat geeft een schokkend beeld van Nederland. Het gaat
alleen maar over maitresses, echtscheidingen en elkaar belazeren.
Tegenwoordig gaat het meer over het inkopen van parasols en of het
zoontje op tijd op school is geweest. Goede Tijden en veel Slechte
Tijden.

GL: G-Gorce zit ergens tussen de No-Tech en de High-Tech in. Het klinkt
altijd erg goed en jullie gebruiken veel special effects. Toch is het
niet erg duur allemaal. Hoe gaan jullie met de techniek om?

GF: Hoe ouder de pick-ups, hoe beter. Je kunt ze makkelijker stoppen en
de snelheid veranderen. Met 16 toeren krijg je veel zwaardere bassen en
de intros van slappe nummers klinken zo zwaar underground.
Vrouwenstemmen veranderen in mannenstemmen en viceversa. De slow-motion
bij video kennen we wel, bijvoorbeeld bij voetbalwedstrijden. Het is
vreemd dat niet meer mensen een plaat te traag of te snel afspelen. Dan
heb je voor de prijs van een LP twee LPs gekocht en dat is toch een
heel Nederlands uitgangspunt. Trouw aan onze filosofie van de totale
wildgroei, komen er steeds apparaten bij: twee speelgoed SK-5 sampling
keyboards van Casio, de Corg MS-10, het Vortex-Lexicon effektenapparaat
voor galm die de Turkse en Hindoestaanse piraten gebruiken, wat de
normale konversatie tot iets massaals en groots maakt, twee Amigas voor
samples en sequencing en dat gaat allemaal via het 8-sporen mengpaneel
naar de DAT toe.
Afhankelijk van waar je apparaten neerzet maak je een ander
radioprogramma. Zionlogisch zit vaak achter de Amiga en Goldfinger
(Dick) achter het mengpaneel. Het voordeel van de SK-5 was dat die erg
makkelijk te bedienen was. Je drukt op een knopje, hij trekt de sample
en daar moest je het verder mee doen. De sample wordt onmiddelijk
onderdeel van het muziekstuk. Voor de Amiga zijn daarentegen veel meer
handelingen noodzakelijk, zodat je je koncentratie moet splitsen, je
kunt dan verbaal minder deelnemen aan het programma. Het wordt een
onafhankelijk werkstuk, door de keuzemogelijkheden wordt je veel
kritischer. De Amiga is een buffer, een rem, er zit iemand die onze
taal spreekt tussen en die moet je uitschakelen, want eigenlijk zouden
de geluiden al van te voren klaar moeten staan. Het speelgoed is dus
veel efficienter, de high-tech is een hele verkilling van wat wij
kunnen en willen. Zodra je gaat knippen en plakken ben je verkocht.

Een favoriete gadget van G-Force is een soort pilotenkoptelefoon met
een klein microfoontje eraan, zodat je twee handen vrij hebt om papier
tevoorschijn te halen als je iets wilt voorlezen. We gebruiken nooit
statieven want die staan alleen maar in de weg. Het is een zogenaamde
zwanenhals, maar dit formaat is dusdanig dat het meer op een
parkietenhals lijkt. Een pilotenstem werkt net als bij echo, het is de
stem van een gezagvoerder. Je moet wel gelijkmatig praten, anders
vervormt hij en je moet hem scherp afstellen, anders lijkt het alsof je
een sjaal in je mond hebt zitten. Hij is bedoeld om zeer verstaanbaar
te zijn, het geluid wordt zwaar gefilterd om het blazen van de stem,
het ploppen, uit de weg te gaan. Het is moeilijk om er mee te zingen,
bij hoge tonen moet je zachter gaan zingen, het is erg artificieel. Je
stem wordt ineens een incident. Een mens hoort z'n eigen stem via z'n
kaken. Zo'n koptelefoon is in wezen een artificiele kaak. Je neemt een
automatisch een personage aan door dat telefoongeluid en krijg je de
indruk dat we in twee afgescheiden ruimtes zitten. Met dure apparatuur
wordt tegenwoordig de indruk van ruimte gewekt, maar het 'spacial
effect' kan ook met zo'n goedkope headphone worden bereikt.

Wanneer je gaat voorlezen en je zomaar een willekeurige instrumentele
plaat opzet, dwingt die je op een bepaalde manier voor te lezen. Zeker
de kitcherige crecendo's geven een accent aan een zin waar je nooit op
was gekomen. Soms zijn het zelfgeschreven verhalen, soms is het pulp,
waar je ineens een hap uitpakt. Of de Goelag Archipel, met een loop
erachter van The Fall, boeren doomrock, dat is ongelofelijk
deprimerend, 20 minuten lang. Bij een sample kun je gaan anticiperen.
Dat is net een zweepslag die er aan komt, pets, pets, pets, zodat je
als een drumslag de tekst een extra accent kunt geven. 'En mocht U
denken dat ze handschoenen aanhad? Nee!' Onbekende sciene-fiction
muziek is heel onvoorspelbaar, met omhoogkrullende synthesizerloopjes
waarvan je niet weet welke kant dat opgaat, dan wordt je gedwongen
andere accenten te zetten in een tekst.
Mensen kennen het originele muziekstuk vaak al en wij hebben het idee
dat we er iets aan kunnen toevoegen. Zing er maar een melodielijn bij.
Of vertraag Hot Choclate, je hoort gelijk al de mogelijkheden van een
nummer. Bij de gewone radio is er een technicus, een chirurg die zorgt
dat alles even steriel en even potent overkomt, maar als wij in
vervoering raken letten we gewoon niet meer op de VU-meters.

GL: Het valt op dat de G-Force tapes nooit onderbroken worden. Het
klinkt echt als een semi-live programma. Waarom wordt er nooit in
gesneden? Hebben jullie een hekel aan cut-up en montage?

GF: De radioprogramma's zien we als een soort gezelschap van mensen met
ideeen. Het is niet van belang voor ons ze te comprimeren, ze ontstaan
ter plekke als een konversatie. Het uur dat we in het begin maakte,
ging heel snel voorbij. Twee uur is een enorm verschil. Je gaat
opstarten en na 20 minuten gaat het idee, dat kan een zin zijn, zich
ontwikkelen. Het is niet moeilijk om in ontsporingen terecht te komen,
maar om ze konsitent te houden is een andere klus. De radioprogramma's
zijn eigenlijk performances, we treden op met onze personages, dat zou
je ook vijf uur kunnen volhouden, maar dan moet je bijvoorbeeld de
telefoon gaan gebruiken, incidenten introduceren waarop je door kunt
gaan. Ik kan me niet voorstellen dat mensen zo lang aan een apparaat
vastzitten en zich laten leven daardoor. Ik kan me het alleen als
producent voorstellen, niet als luisteraar. De rap kent de omgekeerde
werkwijze, je legt bats! een sticker neer, maar aan stickertechnologie
heb ik genoeg gedaan, bij radio kom je ter plekke op die koderingen.

De platen halen we bij de tweedehands zaken, de drie gulden varianten,
daar hebben we ook onze grote heldin Nana Mouskouri vandaan gehaald. Ze
is Philips, 100% Brabants. We hebben Xuxa, een Braziliaanse die een
bepaalde cheapheid over zich heeft en toch heel aanstekelijk werkt.
Maar ook jeugdplaten als King Crimson, Hindoestaanse filmmuziek,
breakdance-platen waarvan je met hele kleine stukjes een heel programma
kunt maken, hoorspelen, veel jaren zeventig, Blow Fly, echt te goor,
negers over negers, met een cynische inslag, dat zijn harde songs over
de liefde, geen klaagzang zoals bij de rap. Er is een eigen
Flamingoster, Paco Campina en natuurlijk Lee Perry, een godheid in het
maken van dubplaten. Met het residu van wat ooit een hit is geweest,
maken zij weer nieuwe hits. Vroeger werd dat in Jamaica gewoon op twee
sporen gemaakt, op een spoor alle instrumenten en op het andere de
stemmen. Om te beoordelen of de stemmen wel okey waren, werd het de
hele tijd in- en uitgefade. En dat materiaal, met een echo erop, gingen
ze hergebruiken en dat principe spreekt ons wel aan. Verder maken we
eigen displays voor de cassettes die mensen bestellen, met titels als
'Dolly Pardon', 'Geld te Koop', 'Jeane Turkin', 'Wij willen bloed
horen' en 'Mooi Psychiatrisch Ingericht'.

De programma's zijn onoverzichtelijk, edoch aantrekkelijk. Het valt
nooit te voorspellen hoe het programma over tien minuten zal zijn. We
kunnen alle kanten op en ook voor de geoefende luisteraar is het
kompleet onduidelijk. Serieuze onderwerpen en lariekoek wisselen elkaar
zomaar af. Echo is een heel demagogisch middel, het geeft veel belang
aan je woorden en je klinkt als een soort Mussolini, alsof je in
Neurenberg voor tienduizend man staat te praten. Je krijgt de indruk
dat er een enorm publiek bij zit, alsof wij iets te betekenen zouden
hebben. Deste interessanter wordt het wanneer je het gaat hebben over
ordinaire zaken. De hele dialoog bouw je op met zinnen van maar zes
woorden, daarna moet de ander het van je overnemen, anders raak je
verstrikt in de echo. Amsterdam is ons stadion en de galm die normaal
uit een zaal zou komen, mixen wij erin en galmt nu door de hele stad.
Als wij radio maken denken we eigenlijk alleen maar aan de mensen die
in de auto per ongeluk intunen. Dat zijn de zwijnen voor onze parels,
de lui die blase en strontverveeld iets anders zoeken, die af en toe zo
klinken alsof een Hilversumse DJ even een verkeerde beurt maakt en ze
daarna als een heroine in de komende twee uur te pakken hebben en te
laat op hun afspraak komen. En we krijgen ook inderdaad anonieme
signalen terug van mensen die het spel meespelen.

e-mail: ibw@iaehv.nl
tel. 040-2116947
postbus 913, 5600 AX Eindhoven
http://www.IAEhv.nl/users/ibw/
--
* Verspreid via nettime-nl. Commercieel gebruik niet toegestaan zonder
* toestemming. <nettime-nl> is een gesloten en gemodereerde mailinglist
* over net-kritiek. Meer info: list@dds.nl met 'info nettime-nl' in de
* tekst v/d email. Archief: http://www.v2.nl/nettime-nl. Contact:
* nettime-nl-owner@dds.nl. Int. editie: http://www.desk.nl/~nettime.